Kwekers zorgen ervoor dat we al in maart kunnen genieten van een boeket ranonkels en anemonen. De tere bloemen in allerlei vrolijke kleuren worden nogal eens met elkaar verward. Ze zijn er niet alleen als snijbloem, maar ook als bol, vaste plant en zelfs als herfstbloeier.
Voorjaar in een vaas
Dat de ranonkel en anemoon regelmatig door elkaar worden gehaald komt omdat ze allebei uit de ranonkelfamilie afkomstig zijn. Ze hebben allebei tere bloemen in allerlei frisse kleuren en geveerd, bijna peterselie-achtig blad. Maar waar een ranonkel altijd gevulde bloemen heeft, is de Anemone coronaria er met enkele, halfgevulde en gevulde bloemen – en een opvallend hart. Hun stelen zijn redelijk kwetsbaar, dus wees voorzichtig bij het afsnijden en het schikken ervan. Maar samen in een vaas, eventueel aangevuld met wat groen, vormen ze een prachtig lenteplaatje. De ranonkel slurpt water, dus let erop dat hij niet droog komt te staan.
In de tuin
De ranonkel Ranunculus asiaticus is een bol- of knolgewas dat niet goed winterhard is. Je plant ze in het voorjaar. Laat de knolletjes eerst een paar uur in water weken en plant ze zo’n 5 centimeter diep. Ze bloeien dan in mei-juli. Ze houden van vochtige grond en een zonnige, beschutte plek. Het is raadzaam ze in de herfst uit de grond te halen en droog en donker te laten overwinteren in de garage of schuur.
Voor in de tuin zijn er heel veel verschillende anemonen. De Anemone coronaria is net als de ranonkel een niet goed winterharde bol of knol, maar er zijn heel mooie, sterke voorjaars-, bos- en herfstanemonen. Heel bekend is de Anemone blanda of oosterse anemoon, die niet hoger wordt dan 10 centimeter en makkelijk verwildert. Deze anemoon bloeit in maart-april met blauwe, witte of roze bloemen. De bosanemoon (Anemone nemerosa) krijgt witte bloemen in maart-mei en wordt hooguit zo’n 15 centimeter hoog. U plant deze knollen in het najaar aan de voet van bladverliezende bomen en struiken. En dan is er nog de prachtige herfstanemoon of Japanse anemoon, een meer dan 1 meter hoge, vaste plant die van medio augustus tot laat in het najaar witte of rozen bloemen heeft. De plant houdt van een zonnige standplaats op een losse, voedzame en licht vochtige grond.